Slotinterview hoofdtrainer Jan Zoutman (deel 1)

Het seizoen zit erop voor Quick Boys 1. In het eerste seizoen in de Derde Divisie eindigden de blauwwitten op een ietwat teleurstellende elfde positie. In gesprek met hoofdtrainer Jan Zoutman blikken we vandaag terug op de voorbije jaargang. “Ik denk dat wij onszelf over het gehele seizoen tussen de tien en vijftien punten tekort hebben gedaan.”

Het is weer voorbij voor dit seizoen, Jan! Hoe kijk je terug?
“Over het hele seizoen ben ik niet tevreden. We hebben te veel slechte momenten gehad en te wisselvallig gepresteerd. Natuurlijk beseften we dat we vrij laat onze spits kwijtraakten (Yordi Teijsse, red.) en bovendien was het van tevoren niet altijd makkelijk de kracht van onze tegenstanders in te schatten. Maar goed, als Quick Boys zijnde mag je de lat best hoog leggen. De doelstelling was om bij de eerste vijf te eindigen. Een reële en tegelijkertijd uitdagende doelstelling. Als je dat dan niet haalt, dan kun je al met al niet tevreden zijn.”

Waren de tegenstanders sterker dan verwacht? Of was de selectie van Quick Boys uiteindelijk niet sterk genoeg?
“Achteraf kun je in ieder geval zeggen dat we scorend vermogen misten. Jason Oost was de beoogde opvolger van Yordi Teijsse, maar van hem hebben we helaas voor de winterstop en ook het eerste deel na de winter weinig plezier kunnen beleven door zijn blessure. Max van Steen heeft in die tijd het vertrouwen gehad. Maar Max is nog een jonge jongen, dan weet je dat wisselvalligheid gekoppeld gaat aan een stukje ontwikkeling. Jesse Driebergen, een middenvelder met diepgang, heeft uiteindelijk deels dat scorende vermogen overgenomen. Hij vormde samen met Jason uiteindelijk best een aardig koppel.
Uiteraard hadden we dit seizoen te maken met sterkere tegenstanders, met ploegen die vaak al een of meerdere jaren topklasse-ervaring hadden. Maar ik denk dat het eindresultaat vooral komt door ons eigen spel en het niveau wat we hebben gehaald. Ik houd per wedstrijd bij hoeveel kansen we creëren en hoeveel de tegenstander creëert. Ik denk dat wij onszelf over het gehele seizoen tussen de tien en vijftien punten tekort hebben gedaan. Een recent voorbeeld is Huizen uit (2-1 verlies, red.). Het is eigenlijk ongelooflijk dat je die wedstrijd verliest wanneer je puur kijkt naar de krachtsverhoudingen en de kansenverhoudingen in het veld. Dat soort wedstrijden hebben we te vaak gehad. Dan is het ook geen toeval meer, maar een kwestie van kwaliteit.”

Nog even terug naar afgelopen zaterdag, toen IJsselmeervogels dankzij een 0-1 zege bij Quick Boys kampioen werd. Hoe heb je, als oud-trainer van IJsselmeervogels, die middag beleefd?
“Ik vind het altijd leuk om tegen een club te spelen waar je werkzaam bent geweest als trainer. Er lopen bij IJsselmeervogels in de staf nog verschillende mensen rond waarmee ik heel nauw heb samengewerkt, dat vind ik hartstikke leuk. Maar aan de andere kant ben ik nu in dienst van Quick Boys en wil ik heel graag winnen. Na de eerste helft hadden we misschien wel voor moeten staan, maar door fouten bij het uitverdedigen kom je vlak voor rust 0-1 achter. De tweede helft vond ik rommeliger en voetballend heel mager. Het was als kijkspel voor de voetballiefhebber niet hoogstaand. IJsselmeervogels hoefde niet per se meer en wij wilden wel, maar konden niet zo veel meer. Uiteindelijk denk ik dat IJsselmeervogels verdiend kampioen is geworden. Het is heel cliché, maar als je na 34 wedstrijden bovenaan staat, ben je de terechte kampioen.”

Over die tweede helft gesproken: Dit seizoen viel het spel vaker tegen, vooral ook in eigen huis. Is dat iets wat beter moet wat jou betreft?
“Voetbal gaat om winnen, maar natuurlijk is het leuk als je dat op een manier doet waarbij mensen wat zien. Wij willen echter vaak wel, maar als de tegenstander besluit om gecontroleerd te spelen of veel te verdedigen, dan wordt het lastiger. De wedstrijd tegen Rijnsburgse Boys (3-4 nederlaag, red.) is een mooi voorbeeld. Twee ploegen die willen aanvallen en willen winnen. Wij hadden die wedstrijd net zo goed kunnen winnen. Komt hier een ploeg als Capelle of SteDoCo op visite, dan is het een ander verhaal. Die geven weinig ruimte weg en kijken of ze op de counter iets kunnen doen.”

Maar vorig seizoen had je ook te maken met dat soort tegenstanders, en lukte het vaak wel.
“Dat klopt, maar die ploegen waren wel van iets mindere kwaliteit. En wij hadden Yordi Teijsse voorin lopen, fysiek sterk en goed aanspeelbaar door de lucht. Dit seizoen moesten we het wat meer van het combineren over de grond hebben. Zowel Max van Steen als Jason Oost zijn nou eenmaal ander type spitsen. Maar goed, uiteindelijk hebben we ook te weinig laten zien tegen ploegen die zich heel defensief opstelden. Soms lukte het, maar er zijn te veel wedstrijden geweest waarin het of niet lukte, of we niet doordrukten na een goal. Dat is doodzonde en de reden waarom we thuis relatief veel punten hebben laten liggen.”

De doelstelling voor dit seizoen (top 5) is niet gehaald. Technisch manager Gert Aandewiel legde recent de lat voor komend seizoen nog wat hoger: top 3 is de doelstelling voor de nieuwe jaargang. Acht je dat reëel?
“Daar hebben Gert en ik natuurlijk wel gesprekken over. Op het moment dat we een goede rechtsback en nog wat aanvallende versterkingen erbij kunnen halen, dan is dat reëel. Ik weet dat er achter de schermen heel hard wordt gewerkt aan de selectie en maak me daarover geen zorgen. Het zal duidelijk zijn dat we op moeten schuiven naar boven in het linkerrijtje. Veel spelers hebben ervaring opgedaan en nemen dat mee naar het volgende seizoen. Ik denk dat Quick Boys het in de breedte en qua jeugd prima voor elkaar heeft. Alleen zijn we op dit moment nog niet in staat om met spelers vanuit de jeugd de top 3 aan te vallen. Als de ontwikkeling zo doorgaat zoals het nu gaat, dan kan het percentage eigen jeugd in de selectie nog wel groter worden. Maar dat heeft tijd nodig.”

Morgen in deel 2 (laatste deel): mag er gehoopt worden op de terugkeer van oude bekenden? En wat doet de trainer tijdens de vakantie?

Geef een antwoord