Interview: Derek van der Plas en Martijn Rog samen naar Quick Boys 1

Op donderdagavond 24 mei, na de training, komen Derek van der Plas en Martijn Rog de bestuurskamer binnen. In zijn handen heeft Martijn een portret waar hij en Derek samen op te zien zijn. Het is een foto die eerder verscheen in de presentatiegids (seizoen 2010-2011).

Wat weten de heren nog van de foto? “Ik weet nog wel dat deze gemaakt is. Maar dat is dan ook het enige. Eigenlijk wist ik helemaal niet dat het Martijn was. Maar recent zag ik hem op Twitter verschijnen, leuk!”, aldus Derek van der Plas, die het afgelopen jaar onder andere Martijn trainde in het tweede elftal van Quick Boys. Samen zijn ze enkele weken geleden kampioen geworden. Ook Martijn kan de foto nog herinneren. “Je komt als klein jongetje aan en dan mag je met je grote held op de foto. Het is wat dat betreft leuk om in de presentatiegids te mogen komen. Van klein af aan keek ik al op tegen Derek. Zijn hele carrière bij Quick Boys gespeeld. Toen we kampioen werden moest ik nog wel een paar keer kijken naar die foto, die in mijn slaapkamer hangt. Dat vond ik wel mooi.”

Zoals bekend is het tweede elftal kampioen geworden, iets waar Derek erg trots op is. “Kampioen worden met het tweede vind ik heel bijzonder, want het team was al een tijdje geen kampioen geworden. Met een jeugdopleiding zoals wij die hebben moet je toch wel meedoen. We voetbalden wel redelijk dit seizoen. Kwaliteit die we vorig jaar soms nog misten, hadden we dit jaar wel. Bijvoorbeeld een goede keeper en een sterke voorhoede. Het leukste komt nu nog, namelijk de nacompetitie. We beginnen volgende week woensdag (vandaag, red.) tegen Westlandia. Dat is dan gelijk een knock-out fase. De ronde daarna zijn we vrijgeloot. Als we winnen, spelen we 9 juni pas weer. Volgens mij doen er zo’n 8 teams mee in deze nacompetitie.” Ook Martijn kijkt uit naar de nacompetitie: ‘’Een nacompetitie is erg leuk, vooral omdat je voor een landskampioenschap mag gaan. Je wilt toch altijd wel voor het allerhoogste gaan.’’

Het is vrijwel zeker dat er komend seizoen een tweede elftal komt met een hoop nieuwe gezichten. Derek gelooft dat dit een hoop kansen biedt. “Er komt vanuit de jeugd genoeg door. Is dat goed genoeg? Met Jan de Bruin en Sammy Zandbergen had je wel echt een goed elftal staan wat veel bijgedragen heeft aan een kampioenschap. Hoe erg ga je die dan volgend seizoen missen? Nu is het volgend seizoen aankijken hoe de doorstromende gasten het doen. Het is lekker als je jongens erbij hebt met wat meer ervaring, maar die blijven ook niet eeuwig in het tweede voetballen. Vroeger was dat meer het geval. Toen was het tweede een elftal met jongens van 24 en 25 jaar. Ik denk dat het goed is als je doorselecteert. Aan de ene kant is het jammer dat zoveel jongens vertrekken, maar het biedt ook kansen voor de doorgroei van andere spelers.”

Zoals bekend wordt Derek komend seizoen assistent-trainer van het eerste elftal. Een frisse uitdaging: “In mijn nieuwe rol als assistent-trainer vind ik het belangrijk dat ik mij doorontwikkel. Ik ga van hoofd- naar assistent-trainer, maar wel met meer verantwoordelijkheid en druk. Ik heb met andere kwaliteiten te maken en misschien mondigere gasten. In ieder geval moet ik niet stoppen met blijven trainen. Uiteindelijk ben ik wel iemand die spelers kan motiveren, die rol wil ik zeker gaan opvullen.” Met die bewoordingen is Martijn het zeker eens. “Derek is wel een trainer die spelers kan motiveren. Hij heeft het team zo in elkaar gezet dat iedereen voor elkaar aan het vechten was. Als je voor elkaar door het vuur gaat word je ook kampioen. Volgend jaar mag ik als potential meetrainen met het eerste en zullen we opnieuw veel met elkaar te maken krijgen.”

In de voorlaatste wedstrijd van Quick Boys 1, tegen Jong FC Twente (3-2 verlies, red.), mocht Martijn al vroeg invallen voor de geblesseerd uitgevallen Yordi Teijsse. “Tegen Jong Twente speelde ik geen geweldige wedstrijd. Aan de ene kant was ik wel heel blij dat ik mijn debuut mocht maken. Eigenlijk vind ik dat ik beter kan. Ik had bijvoorbeeld de 3-3 moeten maken. Aan de andere kant: ik heb natuurlijk nooit met die jongens gespeeld. Dat maakt het dan ook wel weer lastiger.” Dat een aantal jongens tegen Jong FC Twente de gelegenheid kregen om te spelen biedt kansen. Het laten doorstromen en het laten spelen van de jeugd in het eerste is volgens Derek dan ook een belangrijk punt om volgend seizoen mee te nemen. “Ik denk wel vaak aan het laten doorstromen van de jeugd. Als spelers bij het eerste komen zien je bij hen dat ze niveau en kwaliteit hebben. Wat ze soms missen is handelingssnelheid en kracht. Ze worden alleen maar beter door minuten te maken en te spelen om weerstand op te bouwen. Je hebt veel jongens met extra kwaliteit, maar ze moeten op trainingen meer weerstand opbouwen om zich te kunnen ontwikkelen. Ze worden absoluut nog beter als ze meer wedstrijden spelen. We moeten niet schuwen om jongens wedstrijden te laten spelen. Je moet er als speler ook voor zorgen dat je er alles voor over hebt om voor het eerste te spelen. Zo moeten ze zich in het plaatje spelen.” Die kansen ziet Martijn ook. “Ik denk dat ik komend seizoen vooral met het tweede ga spelen. Kijk naar een jongen als Chris Guijt die doorgroeide tot potential. Die heeft meerdere wedstrijden gewoon met ons meegedaan. Chris heeft het dit seizoen erg goed opgepakt.”

Dan nog even terugkomend op het kampioenschap van het tweede. Martijn kijkt hier met een glimlach op terug. “Je stond natuurlijk al met wat spanning in het veld. Uiteindelijk wordt het liefst 2-9 bij Forum Sport en krijg je een geweldige busrit terug. Hier in de kantine hadden we ook een feestje en mochten we gehuldigd worden op veld 1. Ik vond het geweldig dat de supporters met rookbommen stonden te wachten. We hebben het verder in de businessclub gevierd, heel gezellig. Derek was er zelf wat nuchterder onder, na een serie van 12 uit 13 gewonnen wedstrijden. “Bij ons zat het er wel aan te komen dat we kampioen werden. Ik heb er veel van genoten, maar we hebben er ook wel rekening mee gehouden dat het zou gebeuren. Voor je hart is dat ook wel eens fijn.”

Geef een antwoord