Hoe is het met… Marnix van der Gun?

Hij stond ook wel bekend als ‘Gunnaaa’. De spits die de winnende strafschop binnenschoot op De Krom. De spits die de winnende maakte in de kampioenswedstrijd tegen ASWH. Marnix van der Gun. De spits die terugkwam voor het kampioenschap. Hoe gaat het eigenlijk met hem?

Verleden
Het seizoen 2005/2006 zit erop als Marnix van der Gun besluit om terug te keren naar zijn oude liefde HVV, waarmee hij in drie jaar tijd van de derde na de eerste klasse wist te promoveren. En dat voor zo’n kleine club: “Bij HVV werd niet betaald en we trainden slechts twee keer in de week, en sommigen maar één keer. Na die promoties stonden we ineens tussen gerenommeerde clubs als RKAVV, VUC en Neptunus te ballen. We handhaafden ons in 2010 op hele knappe wijze op de allerlaatste speeldag met een overwinning op de kampioen. Het seizoen erop met de nieuwe competitieopzet eindigden we keurig in de middenmoot.”

Na dat jaar kwam de klad erin, om uiteindelijk in 2013 te eindigen op hetzelfde niveau als waar hij in 2006 begon, de derde klasse: “In 2010 stopten een hoop spelers vanwege leeftijd of werk en degradeerden we in twee jaar terug naar de derde klasse. Na de degradatie van de eerste naar de tweede klasse gaf ik aan dat ik nog één seizoen zou spelen. Het was heel zuur dat we uitgerekend in mijn laatste jaar nog een keer degradeerden van de tweede naar de derde klasse. Hiermee waren we weer terug bij af na zeven jaar. Ik ben dus gestopt op mijn 35e en ik heb daarna twee jaar niet gespeeld. Sinds dit jaar speel ik in de Veteranen met allemaal traditionele clubs van 100 jaar en ouder. De enige gedoogde competitie buiten de KNVB om.”

Strijdvol
Marnix stond bekend als de speler die altijd tot het gaatje ging, soms nog wat verder. Hij was snel, fysiek sterk en hij kon aardig koppen: “Ik ben een teamspeler, maar in het heetst van de strijd verloor ik me wel eens als mij onrecht werd aangedaan of het niet ging zoals ik wilde. Ik zocht het natuurlijk ook wel op, dat kon goed gaan door te scoren of een assist te geven, of door een speler uit de wedstrijd spelen. Het kon ook wel eens mis gaan, zoals tegen Heracles en Katwijk thuis. Dat karakter had ik al en werd bij Quick Boys alleen maar sterker. Met zoveel publiek en zo’n geweldige omgeving, alles werd voor je geregeld, dan wilde je wat teruggeven op de zaterdagmiddag. Entertainment is ook een belangrijk onderdeel van je speelstijl. Ik leefde echt naar de wedstrijd toe, had altijd zin, vooral op Nieuw Zuid. Ik wilde altijd winnen en geloofde altijd in een goed resultaat. Voor trainers soms een nachtmerrie. Ik denk dat Gert en Arjen (resp. Aandewiel en Van der Werf, de trainers indertijd, red.) heel goed met mij om konden gaan en mij altijd wisten te prikkelen. Ik trok in principe in de wedstrijd wel mijn eigen plan.”

Kampioen
Eigenlijk kende Marnix twee heel verschillende periodes bij Quick Boys. In zijn eerste periode speelde Quick Boys beide seizoenen tegen degradatie. Na twee jaar bij Haarlem keerde ‘Gunna’ terug om met Quick Boys kampioen te worden. “Ik zei, ik kom terug voor het kampioenschap”, zo vertelde Marnix tijdens de viering van het kampioenschap in 2004. “Het feest dat losbarstte was ongeëvenaard. Ik heb nog nooit zoiets uitbundigs meegemaakt en dat zal ik ook niet snel meer vergeten. Op het veld, de aankomst op Nieuw Zuid, de rondrit door het dorp, op het bordes van het stadhuis, de blauwe fontein en als laatste het vuurwerk op Nieuw Zuid. Geweldig! Daarna haalden we de zaterdag- en ook nog de algehele titel binnen met twee absolute klassiekers bij DOVO uit en HSC’21 uit. Het kon allemaal niet op en we waren gewoon onverslaanbaar.”

Derbyzege
Een ander memorabel moment was de winnende strafschop tegen Katwijk op de Krom (2-3 winst), in het voorjaar van 2001. “Het was een seizoen dat het niet helemaal lekker liep. Veel gepraat, weinig punten. We stonden in de eerste helft met 0-2 voor en er was niets aan de hand. Echter, Katwijk kwam terug tot 2-2.” Marnix weet nog exact dat moment en hoe het gebeurde. “Bij die gedachte draaide ik de knop en zei ik tegen mezelf: als de bal nu zo en zo valt, is ‘ie voor mij en maak ik de 2-3 in het hol van de leeuw. Ik kreeg de bal op links en stond 1 tegen 1 met Edwin Robbers (verdediger van Katwijk, red). Ik wist dat ik sneller was op de langere afstand en ik kwam van net over de middenlijn, dus dat moest wel lukken. Op dit niveau kom je er niet zomaar langs en ik moest vol de sprint aangaan. Men noemt het bij mij vaak ‘de versnelling in de versnelling’. Die deed het hem, ik ging er voorbij en zag dat hij te laat de sliding inzette in de 16. Je loopt dan precies tussen hem en de bal in. En ja, dan raakt hij je of niet. Raakt hij me niet, dan sta ik alleen op de keeper, en in dit geval werd ik dus onderuit gehaald en ging de bal op de stip, in de blessuretijd. Quick Boys had al een tijd niet gewonnen op De Krom en nu kon het. Ik had al een pingel genomen in deze wedstrijd, maar deze bal ging ik ook echt niet afgeven. Hier had ik naar uitgekeken. De keeper, Hugo van Duijn, deed alles om me uit mijn concentratie te halen. Dat is toch waar je je voor moet afsluiten. Het fluitje ging, ik nam mijn aanloop en hij hing rechtsboven in de kruising. Ja, dat wil je weten en vieren met de supporters!”

Geliefd
De relatie die Marnix had met de supporters was bijzonder te noemen. In het kampioensjaar had hij bijvoorbeeld met Dennis den Turk en Raymond Flaton op de donderdagavond een tafeltje met een klein supportersgroepje. Deze werd uiteindelijk steeds groter. Zij wisten wat er speelde onder de supporters, en de supporters wisten wat er speelde onder het elftal. “Daar begon de voorbereiding al voor zaterdag. Ik denk dat de supporters ook graag zien dat je aanspreekbaar bent, je aanwezigheid in de kantine wordt geapprecieerd. Quick Boys heeft een fanatieke aanhang. Dat moet je koesteren, en als speler moet je ook daar energie in steken. Ik kan altijd met opgeheven hoofd Nieuw Zuid binnenlopen, omdat ik altijd een warm welkom kan verwachten. Het Blauw Wit zit voor altijd in mijn hart. Ik heb zoveel te danken aan deze fantastische club. Daarnaast vind ik het een eer om voor Quick Boys te hebben mogen spelen.”

Toekomst
Na zijn voetbalcarrière heeft Marnix nog kort gescout voor Quick Boys. Hij heeft toentertijd een aantal maanden wat wedstrijden bekeken voor versterkingen binnen de selectie. Vorig seizoen was hij trainer van de D2 van HVV. “Heel leuk om met deze jonge talentvolle gastjes aan de slag te gaan. Zij zijn nu de D1 en spelen in de tweede divisie. Dit jaar ben ik even geen trainer. Ik heb twee kleine kinderen en het is toch behoorlijk intensief. Maar in de toekomst pik ik het zeker weer op.”

Op de vraag of Marnix ooit nog terug gaat keren bij Quick Boys is hij heel enthousiast. “Het lijkt mij zeker leuk om wat voor Quick Boys te doen op trainersgebied. Ik ben in het bezit van mijn TC III senioren. Dus bij deze een open sollicitatie! Ik heb nog niet zoveel ervaring met senioren. Vorig jaar heb ik bij HVV de hoofdtrainer in de tweede seizoenshelft geassisteerd op de donderdagavond. Dat beviel me wel.”

Topklasse
Het eerste elftal van Quick Boys volgt Marnix nog altijd op de voet. “Ik volg het altijd via Twitter. Dan ben ik nog altijd behoorlijk nerveus, merk ik. Nu na 10 wedstrijden staan we er goed voor. De laatste drie wedstrijden van de heenronde moet je 9 punten pakken tegen Deltasport, XerxesDZB en Hoek. Als je in de terugronde dan hetzelfde puntentotaal behaalt, en je wint de twee potjes die je nu verloren hebt, dan zie ik het helemaal zitten! Het wordt wel tijd, want Quick Boys hoort in de Topklasse. Dat verdienen de supporters. Daarbij wordt het ook tijd dat de groep van 2004 een opvolger krijgt!”

Geef een antwoord